Vertaling van alledaags

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
alledaags, grof, ordinair, plat, vulgair {bn.}
volgare
afgezaagd, alledaags, banaal, gewoontjes, nietszeggend, plat {bn.}
banale
allenare
trito
risaputo
daags, alledaags, dagelijks {bn.}
giornaliero
quotidiano


Gerelateerd aan alledaags

grof - ordinair - plat - vulgair - afgezaagd - banaal - gewoontjes - nietszeggend - daags - dagelijks