Vertaling van antwoord

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
antwoord [o], bescheid [o], wederwoord [o], weerwoord {zn.}
risposta
Weet je het antwoord?
Conoscete la risposta?
Weet je het antwoord?
Conoscete la risposta?
antwoorden, antwoorden op, beantwoorden, verantwoorden {ww.}
rispondere
replicare

ik antwoord

io rispondo
» meer vervoegingen van rispondere

Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Non devi rispondere a quelle domande.
Ik kon alle vragen beantwoorden.
Ero capace di rispondere a tutte le domande.
antwoorden, antwoord geven {ww.}
rispondere a


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Antwoord.

Mi risponda.

Dat is mijn antwoord!

Quella è la mia risposta!

Antwoord op de vraag.

Rispondi alla domanda.

Weet je het antwoord?

Conoscete la risposta?

Uw antwoord is juist.

La tua risposta è giusta.

Bedankt voor uw antwoord.

Grazie per la Sua risposta.

Weet je het antwoord?

Conoscete la risposta?

Zijn domme antwoord verbaasde iedereen.

La sua risposta stupida sorprese tutti.

Hij gaf zijn ouders antwoord.

Ha risposto ai suoi genitori.

Wat is het juiste antwoord?

Qual è la risposta giusta?

Hij gaf zijn ouders antwoord.

Ha risposto ai suoi genitori.

Is het antwoord niet eenvoudig?

Non è semplice la risposta?

Zeg hem het antwoord niet.

Non dirgli la risposta.

Wil jij dat ik antwoord geef?

Vuoi che risponda?

Wanneer je een vraag stelt, verwacht je een antwoord.

Quando poni una domanda ti aspetti una risposta.