Vertaling van antwoorden

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
antwoorden, antwoorden op, beantwoorden, verantwoorden {ww.}
rispondere
replicare

wij antwoorden
jullie antwoorden
zij antwoorden

noi rispondiamo
voi/Voi rispondete
loro/Loro rispondono
» meer vervoegingen van rispondere

Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Non devi rispondere a quelle domande.
Ik kon alle vragen beantwoorden.
Ero capace di rispondere a tutte le domande.
antwoorden, antwoord geven {ww.}
rispondere a
antwoord (mv. antwoorden) [o], bescheid [o], wederwoord [o], weerwoord {zn.}
risposta
Weet je het antwoord?
Conoscete la risposta?
Weet je het antwoord?
Conoscete la risposta?