Vertaling van bad
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
bad , badkuip {zn.}
vasca da bagno
Hij zingt graag in bad.
A lui piace cantare nella vasca da bagno.
bad {zn.}
bagno
Ik ga een bad nemen.
Vado a fare il bagno.
Ik neem bijna elke dag een bad.
Io faccio un bagno quasi ogni giorno.
bidden {ww.}
pregare
ik bad
jij bad
hij/zij/het bad
io pregavo
tu pregavi
lui/lei/Lei pregava
» meer vervoegingen van pregare
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ik ga een bad nemen.
Vado a fare il bagno.
Hij zingt graag in bad.
A lui piace cantare nella vasca da bagno.
Ik neem bijna elke dag een bad.
Io faccio un bagno quasi ogni giorno.