Vertaling van bekeken
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
slim, bekeken, clever, gis, kien, pienter, snugger, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
acuto
affilato
aguzzo
appuntito
aspro
piccante
tagliente
acre
acuta
affilato
aguzzo
appuntito
aspro
piccante
tagliente
acre
acuta
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
guardare
wij bekeken
jullie bekeken
zij bekeken
noi guardavamo
voi/Voi guardavate
loro/Loro guardavano
» meer vervoegingen van guardare
Ik zag hem naar mij kijken.
L'ho visto guardare verso di me.
Ik heb geen zin om tv te kijken.
Non ho voglia di guardare la TV.