Vertaling van bezit

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
bezit [o] {zn.}
possesso
Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.
Il Portogallo ha depenalizzato il possesso personale di droghe.
bezit [o], bezitting [v], eigendom [o], goed, vermogen {zn.}
possesso
actief [o], bedrijvende vorm [m], bezit [o], tegoed {zn.}
attivo
bezitten, erop nahouden, rijk zijn {ww.}
possedere

ik bezit
jij bezit
hij/zij/het bezit

io possiedo
tu possiedi
lui/lei/Lei possiede
» meer vervoegingen van possedere



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Ze bezit tweeduizend boeken.

Possiede duemila libri.

Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.

Il Portogallo ha depenalizzato il possesso personale di droghe.


Gerelateerd aan bezit

bezitting - eigendom - goed - vermogen - actief - bedrijvende vorm - tegoed - bezitten - erop nahouden - rijk zijn