Vertaling van eerlijk

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
dapper, eerlijk, vriendelijk, braaf {bn.}
bravo
openhartig, onverbloemd, oprecht, recht voor zijn raap, rechtuit, eerlijk {bn.}
aperto
franco
leale
onesto
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
onesto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Laat ons eerlijk zijn.

Siamo onesti!

Laat ons eerlijk zijn.

Siamo oneste.

Hij is arm, maar eerlijk.

Lui è povero ma onesto.

Hij lijkt eerlijk te zijn.

Sembra che sia onesto.

Ze geloven dat Jane eerlijk is.

Loro credono che Jane sia onesta.

Ik denk dat hij een eerlijk iemand is.

Io penso che lui sia un uomo onesto.