Vertaling van feest

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
feest [o], festiviteit [v], fuif [v], partij [v] {zn.}
festa
We hebben een feest volgende zaterdag.
Noi faremo una festa sabato prossimo.
Meer dan 100 mensen waren op het feest.
Più di 100 persone erano presenti alla festa.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

We hebben een feest volgende zaterdag.

Noi faremo una festa sabato prossimo.

Meer dan 100 mensen waren op het feest.

Più di 100 persone erano presenti alla festa.

We hebben een romanschrijver en een poëet uitgenodigd voor het feest.

Abbiamo invitato un romanziere e un poeta alla festa.

Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest.

Per favore, salutala da parte mia se la vedi alla festa.


Gerelateerd aan feest

festiviteit - fuif - partij