Vertaling van festiviteit

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
feest [o], festiviteit [v], fuif [v], partij [v] {zn.}
festa
We hebben een feest volgende zaterdag.
Noi faremo una festa sabato prossimo.
Meer dan 100 mensen waren op het feest.
Più di 100 persone erano presenti alla festa.


Gerelateerd aan festiviteit

feest - fuif - partij