Vertaling van fluiten

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
fluiten, fluitspelen {ww.}
sonare il flauto
fluiten, gieren, piepen {ww.}
fischiare

wij fluiten
jullie fluiten
zij fluiten

noi fischiamo
voi/Voi fischiate
loro/Loro fischiano
» meer vervoegingen van fischiare



Gerelateerd aan fluiten

fluitspelen - gieren - piepen