Vertaling van geloven
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
geloven, houden voor, menen {ww.}
credere
wij geloven
jullie geloven
zij geloven
noi crediamo
voi/Voi credete
loro/Loro credono
» meer vervoegingen van credere
Het is moeilijk te geloven.
È difficile da credere.
Ik kan mijn ogen niet geloven.
Non riesco a credere ai miei occhi.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Het is moeilijk te geloven.
È difficile da credere.
Hij kon zijn eigen ogen niet geloven.
Lui non riusciva a credere ai suoi occhi.
Ik kan mijn ogen niet geloven.
Non riesco a credere ai miei occhi.
Kinderen geloven wat hun ouders ze vertellen.
I bambini crederanno a ciò che gli viene detto dai genitori.
Ze geloven dat Jane eerlijk is.
Loro credono che Jane sia onesta.
De moslims geloven slechts in Allah als de ene god en in Mohammed als de laatste profeet.
I musulmani credono solamente in Allah come l'unico Dio e in Maometto come l'ultimo profeta.