Vertaling van gepast

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
betamelijk, gepast, geschikt, passend, toepasselijk {bn.}
conveniente
betamen, horen, behoren, passen, voegen {ww.}
convenire

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

io ho convenuto
tu hai convenuto
lui/lei/Lei ha convenuto
» meer vervoegingen van convenire

beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen {ww.}
provare

ik heb gepast
jij hebt gepast
hij/zij/het heeft gepast

io ho provato
tu hai provato
lui/lei/Lei ha provato
» meer vervoegingen van provare