Vertaling van haast

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
haastigheid [v], haast, ijl {zn.}
fretta
alras, dra, gauw, haast, spoedig, weldra, welhaast, binnenkort {bw.}
fra poco
bijna, bijkans, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat {bw.}
quasi
circa


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Haast je alsjeblieft!

Per piacere muovetevi!

Ik heb haast!

Io devo sbrigarmi!

We zijn haast een gezin.

Siamo quasi una famiglia.

Haast je!

Si sbrighi!

Haast je, of je haalt de trein niet.

Sbrigati, o perderai il treno.


Gerelateerd aan haast

haastigheid - ijl - alras - dra - gauw - spoedig - weldra - welhaast - binnenkort - bijna - bijkans - schier - vrijwel - zo goed als - zowat