Vertaling van helpen
assistere
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
noi aiutiamo
voi/Voi aiutate
loro/Loro aiutano
» meer vervoegingen van aiutare
giovare
servire
essere utile
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
noi utilizziamo
voi/Voi utilizzate
loro/Loro utilizzano
» meer vervoegingen van utilizzare
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
noi aiutiamo
voi/Voi aiutate
loro/Loro aiutano
» meer vervoegingen van aiutare
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
noi serviamo
voi/Voi servite
loro/Loro servono
» meer vervoegingen van servire
Voorbeelden in zinsverband
Kan ik helpen?
Posso aiutare?
Kom me helpen.
Vieni ad aiutarmi.
Kan je me helpen?
Può aiutarmi?
Kan ik u helpen?
Posso aiutarla?
Kan ik u helpen?
Posso aiutarvi?
Taro, kun je mij helpen?
Taro, potresti aiutarmi?
Ik moet mijn moeder helpen.
Io devo aiutare mia madre.
Taro, kun je mij helpen?
Puoi darmi una mano, Taro?
Je moet je vader helpen.
Dovrebbe aiutare suo padre.
Je probeert mij niet eens te helpen.
Non provi nemmeno ad aiutarmi.
Italiaanse mannen helpen nooit in huis.
Gli uomini italiani non aiutano mai in casa.
Ik vroeg Mike om me te helpen.
Ho chiesto a Mike di aiutarmi.
Tom beloofde dat hij Mary zou helpen.
Tom ha promesso che avrebbe aiutato Mary.
Ik verwacht dat hij ons zal helpen.
Mi aspetto che lui ci aiuti.
Ge moet hem maar een klein beetje helpen.
Dovete solo dargli un piccolo aiuto.