Vertaling van het eens zijn
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
het eens zijn {ww.}
approvare
essere d'accordo
accordarsi
essere d'accordo
accordarsi
goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen {ww.}
esserer d'accordo
concordare
concordare
afspreken, een schikking treffen, het eens zijn, overeenkomen {ww.}
pattuire
accordarsi
convenire
accordarsi
convenire