Vertaling van hulp

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
assistentie [v], bijstand [m], hulp {zn.}
aiuto
assistenza
Ik heb hulp nodig.
Ho bisogno di aiuto.
Hij vroeg mij om hulp.
Lui mi chiese aiuto.
assistent [m], famulus [m], helper, hulp {zn.}
assistente
assistentie [v], bijstand [m], heul, hulp, toedoen, toeverlaat {zn.}
aiuto
Ik heb zijn hulp nodig.
Ho bisogno del suo aiuto.
Ik heb je hulp nodig.
Ho bisogno del vostro aiuto.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Ik heb hulp nodig.

Ho bisogno di aiuto.

Bedankt voor je hulp.

Grazie per l'aiuto.

Ik heb zijn hulp nodig.

Ho bisogno del suo aiuto.

Ik heb je hulp nodig.

Ho bisogno del vostro aiuto.

Hij vroeg mij om hulp.

Lui mi chiese aiuto.

Heb je onze hulp nodig?

Ha bisogno del nostro aiuto?


Gerelateerd aan hulp

synoniemen

assistentie - bijstand - assistent - famulus - helper - heul - toedoen - toeverlaat