Vertaling van kiezen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken {ww.}
scegliere
eleggere
eleggere
wij kiezen
jullie kiezen
zij kiezen
noi scegliamo
voi/Voi scegliete
loro/Loro scelgono
» meer vervoegingen van scegliere
Je kon niet kiezen.
Lei non poteva scegliere.
Je kon niet kiezen.
Non potevi scegliere.
balloteren, kiezen, stemmen {ww.}
votare
wij kiezen
jullie kiezen
zij kiezen
noi votiamo
voi/Voi votate
loro/Loro votano
» meer vervoegingen van votare
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
In ogni caso bisogna votare sì al referendum del 18 febbraio.
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies (mv. kiezen), kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
delicato
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Je kon niet kiezen.
Lei non poteva scegliere.
Je kon niet kiezen.
Non potevi scegliere.
U kunt kiezen welke je wilt.
Puoi sceglierne uno a tuo piacimento.