Vertaling van kind
fanciullo
Voorbeelden in zinsverband
Een kind heeft liefde nodig.
Un bambino ha bisogno di amore.
Hij is een verwend kind.
Lui è un bambino viziato.
Ik ben geen kind meer.
Non sono più una bambina.
Je bent niet langer gewoon een kind.
Non sei più una bambina.
Hij gedraagt zich als een kind.
Si comporta come un bambino.
Zelfs een kind kan het begrijpen.
Anche i bambini riescono a capirla.
Een verbrand kind is bang voor het vuur.
Un bambino che si è scottato ha paura del fuoco.
Dat kind wierp een steen naar de hond.
Quel bambino tirò una pietra al cane.
Ze was een kind, maar ze was niet bang.
Lei era una bambina, però non aveva paura.
Wanneer ik Japans spreek, klink ik als een kind.
Quando parlo giapponese, sembro un bambino.
Aangezien je geen kind meer bent zou je verantwoordelijk moeten zijn voor wat je doet.
Visto che non sei più un bambino, dovresti essere responsabile di quello che fai.