Vertaling van knap
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
fraai, mooi, knap, net, schoon {bn.}
bello
carino
carino
geleerd, knap, ontwikkeld {bn.}
acculturato
geleerd, knap, onderlegd {bn.}
istruito
breken, afbreken, knappen, uitraken, stukgaan {ww.}
rompersi
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ze is erg knap.
È molto carina.
Ze zei dat hij er knap uitzag.
Lei disse che lui era bello.
Het meisje dat in de bakkerij werkt is knap.
La ragazza che lavora alla panetteria è carina.