Vertaling van knok
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
been , bot , knok , schonk , graat {zn.}
osso
Hij gaf de hond een bot.
Diede un osso al cane.
knokken, vechten {ww.}
combattere
picchiarsi
duellare
picchiarsi
duellare
ik knok
io combatto
» meer vervoegingen van combattere
Ik kan je leren vechten.
Io posso insegnarle come combattere.