Vertaling van loop

Inhoud:

Nederlands

Italiaans

buis [v], kanaal [o], loop [m], pijp [v], roer [o], steel [m] {zn.}

condotto

stroming [v], loop [m], stroom [m] {zn.}

corrente

lopen, marcheren {ww.}

camminare

ik loop

Ik moest lopen, omdat er geen taxi's waren.

Ho dovuto camminare perché non c'erano taxi.

gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}

andare
camminare

ik loop

Je moet gaan.

Devi andare.

We moeten gaan.

Noi dobbiamo andare.

lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}

scorrere
fluire

ik loop