Vertaling van nood
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
behoefte , nood {zn.}
fabbisogno
bisogno
bisogno
gevaar, nood, onraad, perikel {zn.}
pericolo
We zijn buiten gevaar.
Noi siamo fuori pericolo.
Dat zal je in gevaar brengen.
Quello ti metterà in pericolo.
armoe , ellende , narigheid , schamelheid , misère, nood {zn.}
miseria
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitare
ik nood
io invito
» meer vervoegingen van invitare
Je mag uitnodigen wie je wilt.
Puoi invitare chiunque vuoi.