Vertaling van onmogelijk
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
belachelijk, grotesk, ridicuul, onmogelijk, absurd, dwaas, ongerijmd, onzinnig, zinneloos, zot {bn.}
assurdo
onbestaanbaar, onmogelijk, uitgesloten {bn.}
impossibile
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Overwinning is onwaarschijnlijk, maar niet onmogelijk.
La vittoria è improbabile ma non impossibile.
Het was onmogelijk zijn vragen te begrijpen.
Era impossibile capire le sue domande.