Vertaling van opbrengen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
geven, aangeven, opbrengen, toebrengen, toekennen, verlenen {ww.}
dare

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

io darò
tu darai
lui/lei/Lei darà
» meer vervoegingen van dare

Ik wil een plant aan mama geven.
Io voglio dare alla mamma una pianta.
afwerpen, opbrengen, opleveren, voortbrengen {ww.}
produrre

ik zal opbrengen
jij zult opbrengen
hij/zij/het zal opbrengen

io produrrò
tu produrrai
lui/lei/Lei produrrà
» meer vervoegingen van produrre



Gerelateerd aan opbrengen

geven - aangeven - toebrengen - toekennen - verlenen - afwerpen - opleveren - voortbrengen