Vertaling van open

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
open {bn.}
aperto
los, onbelemmerd, onbezet, open, vlot, vrij, vrijgesteld {bn.}
libero
opendoen, openen, openmaken {ww.}
aprire

ik open

io apro
» meer vervoegingen van aprire

Mag ik het raam opendoen?
Posso aprire la finestra?
Kunt u het venster openen?
Ti dispiace aprire la finestra?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Doe je mond open.

Aprite la bocca!

Doe je ogen open.

Aprite gli occhi.

De supermarkt is open.

Il supermercato è aperto.

Open de fles alsjeblieft.

Per favore apri la bottiglia.

Is de bank open?

È aperta la banca?

Doe de deur open alstublieft.

Apra la porta per piacere.

Laat de deur niet open.

Non lasci la porta aperta.

Laat de deur niet open.

Non lasci la porta aperta.

Doe de deur niet open.

Non aprire la porta.

Ik kus met open ogen.

Bacio con gli occhi aperti.

Zij doet het raam open.

Lei apre la finestra.

Open nooit de deur van een voertuig in beweging.

Non apra mai la portiera di un'automobile in movimento.

Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.

Essendo domenica, i negozi non erano aperti.

Hij heeft me verteld om het raam open te houden.

Mi disse di lasciare la finestra aperta.

Zij heeft me gezegd het raam open te doen.

Lei mi disse di aprire la finestra.


Gerelateerd aan open

los - onbelemmerd - onbezet - vlot - vrij - vrijgesteld - opendoen - openen - openmaken