Vertaling van openen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
opendoen, openen, openmaken {ww.}
aprire

wij openen
jullie openen
zij openen

noi apriamo
voi/Voi aprite
loro/Loro aprono
» meer vervoegingen van aprire

Mag ik het raam opendoen?
Posso aprire la finestra?
Kunt u het venster openen?
Ti dispiace aprire la finestra?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Kunt u het venster openen?

Ti dispiace aprire la finestra?

Ik vroeg Tom het raam te openen.

Ho chiesto a Tom di aprire la finestra.


Gerelateerd aan openen

opendoen - openmaken