Vertaling van ophitsen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
rimescolare
agitare

ik zal ophitsen
jij zult ophitsen
hij/zij/het zal ophitsen

io rimescolerò
tu rimescolerai
lui/lei/Lei rimescolerà
» meer vervoegingen van rimescolare

aanstoken, irriteren, ophitsen, op stang jagen, prikkelen, sarren {ww.}
spronare
incitare

ik zal ophitsen
jij zult ophitsen
hij/zij/het zal ophitsen

io spronerò
tu spronerai
lui/lei/Lei spronerà
» meer vervoegingen van spronare



Gerelateerd aan ophitsen

agiteren - opruien - opstoken - opwinden - schudden - aanstoken - irriteren - op stang jagen - prikkelen - sarren