Vertaling van opkomen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
opgaan, opkomen, opstaan, rijzen, stijgen, verrijzen, wassen {ww.}
salire
ik zal opkomen
jij zult opkomen
hij/zij/het zal opkomen
io salirò
tu salirai
lui/lei/Lei salirà
» meer vervoegingen van salire