Vertaling van overgaan
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
overgaan, overlopen, oversteken {ww.}
attraversare
ik zal overgaan
jij zult overgaan
hij/zij/het zal overgaan
io attraverserò
tu attraverserai
lui/lei/Lei attraverserà
» meer vervoegingen van attraversare
Ik zag hem de straat oversteken.
L'ho visto attraversare la strada.
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
sonare
ik zal overgaan
jij zult overgaan
hij/zij/het zal overgaan
io sonerò
tu sonerai
lui/lei/Lei sonerà
» meer vervoegingen van sonare