Vertaling van passen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
betamen, horen, behoren, passen, voegen {ww.}
convenire

wij passen
jullie passen
zij passen

noi conveniamo
voi/Voi convenite
loro/Loro convengono
» meer vervoegingen van convenire

beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen {ww.}
provare

wij passen
jullie passen
zij passen

noi proviamo
voi/Voi provate
loro/Loro provano
» meer vervoegingen van provare

pas (mv. passen) [m], paspoort [o] {zn.}
passaporto
Ik ben mijn paspoort kwijt!
Ho perso il mio passaporto!
Ik ben mijn paspoort kwijt!
Ho perso il mio passaporto!
pas (mv. passen), schrede, stap, tred, voetstap {zn.}
passo
alleen, enkel, maar, pas (mv. passen), slechts, uitsluitend {bw.}
non ... che
soltanto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Deze schoenen passen niet.

Queste scarpe non mi vanno bene.

Mag ik het eens passen?

Posso provarla?

Zoudt ge even op mijn koffer willen passen?

Ti dispiace tener d'occhio la mia valigia per un minuto?


Gerelateerd aan passen

betamen - horen - behoren - voegen - beproeven - aanpassen - proberen - toetsen - uitproberen - pas - paspoort - schrede - stap - tred - voetstap