Vertaling van pik
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
jongeheer , leuter , lul , pik , snikkel , lid, piemel, plasser, penis {zn.}
cazzo
pikken, priemen, prikken, steken {ww.}
pungere
ik pik
io pungo
» meer vervoegingen van pungere
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
tollerare
sopportare
sopportare
ik pik
io tollero
» meer vervoegingen van tollerare