Vertaling van punt
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
oog , punt, spikkel, stip {zn.}
punto
piek , topje , neus, punt, spits, tip, top {zn.}
punta
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ik sta op het punt je iets belangrijk te vertellen.
Sto per dirle qualcosa di importante.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Sto per partire.