Vertaling van rennen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
hardlopen, hollen, rennen, snellen {ww.}
correre
wij rennen
jullie rennen
zij rennen
noi corriamo
voi/Voi correte
loro/Loro corrono
» meer vervoegingen van correre
Ik heb hem zien rennen.
Lo vidi correre.
Ik ben te moe om te rennen.
Sono troppo stanco per correre.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ik heb hem zien rennen.
Lo vidi correre.
Ik ben te moe om te rennen.
Sono troppo stanco per correre.