Vertaling van schonk

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
been [o], bot [o], knok [m], schonk [v], graat [v] {zn.}
osso
Hij gaf de hond een bot.
Diede un osso al cane.
gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
versare

ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk

io versavo
tu versavi
lui/lei/Lei versava
» meer vervoegingen van versare



Gerelateerd aan schonk

been - bot - knok - graat - gieten - plengen - schenken - storten - vergieten