Vertaling van school

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
school [v], leerschool [v] {zn.}
scuola
Uniformen verschillen van school tot school.
Le uniformi variano da scuola a scuola.
Ga naar school.
Vai a scuola.
drift [v], groep, hoop, kudde, schare, school, set, stel, troep, zwerm, vlucht {zn.}
gruppo
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
instruire
insegnare

ik school

io insegno
» meer vervoegingen van insegnare



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Uniformen verschillen van school tot school.

Le uniformi variano da scuola a scuola.

Ga naar school.

Vai a scuola.

Dat is onze school.

Questa è la nostra scuola.

Waar is je school?

Dov'è la tua scuola?

Dat is mijn school.

Quella è la mia scuola.

Ik ga naar school.

Io vado a scuola.

Waar is de school?

Dov'è la scuola?

Bob is populair op school.

Bob è popolare a scuola.

Wij moeten naar school gaan.

Dobbiamo andare a scuola.

Ik vind school niet leuk.

A me non piace la scuola.

Wij leren Engels op school.

Noi impariamo l'inglese a scuola.

Ik wil niet naar school.

Non voglio andare a scuola.

School begint in de lente.

La scuola comincia in primavera.

Deze school is opgericht in 1650.

Questa scuola è stata fondata nel 1650.

Deze school is opgericht in 1650.

Questa scuola è stata fondata nel 1650.


Gerelateerd aan school

synoniemen

leerschool - drift - groep - hoop - kudde - schare - set - stel - troep - zwerm - vlucht - bijbrengen - instrueren - leren - scholen