Vertaling van schudden
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden {ww.}
rimescolare
agitare
agitare
wij schudden
jullie schudden
zij schudden
noi rimescoliamo
voi/Voi rimescolate
loro/Loro rimescolano
» meer vervoegingen van rimescolare
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Laten we handen schudden.
Stringiamoci la mano.
Als je het bed opmaakt, vergeet dan niet de kussens op te schudden.
Quando farai il letto, non dimenticare di sprimacciare i guanciali.