Vertaling van slaan
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
houwen, klappen, kloppen, slaan, meppen {ww.}
colpire
battere
battere
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
noi colpiamo
voi/Voi colpite
loro/Loro colpiscono
» meer vervoegingen van colpire
klappen, kloppen, slaan, opvallen {ww.}
picchiare
bussare
colpire
bussare
colpire
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
noi picchiamo
voi/Voi picchiate
loro/Loro picchiano
» meer vervoegingen van picchiare
gaan, kleppen, klinken, overgaan, slaan {ww.}
sonare
wij slaan
jullie slaan
zij slaan
noi soniamo
voi/Voi sonate
loro/Loro suonano
» meer vervoegingen van sonare