Vertaling van spelen
suonare
wij spelen
jullie spelen
zij spelen
noi giochiamo
voi/Voi giocate
loro/Loro giocano
» meer vervoegingen van giocare
wij spelen
jullie spelen
zij spelen
noi presentiamo
voi/Voi presentate
loro/Loro presentano
» meer vervoegingen van presentare
Voorbeelden in zinsverband
Kinderen moeten spelen.
I bambini devono giocare.
Wij spelen dikwijls schaak.
Giochiamo spesso a scacchi.
Laten we trefbal spelen.
Giochiamo a palla prigioniera.
Laten we voetbal spelen.
Giochiamo a calcio!
Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.
Alcuni ragazzi giocano a tennis e altri giocano a calcio.
Jon kan geen gitaar spelen.
John non sa suonare la chitarra.
Wij houden van voetbal spelen.
A noi piace giocare a calcio.
Jon kan geen gitaar spelen.
John non sa suonare la chitarra.
Jane en ik spelen goed piano.
Jane ed io suoniamo bene il piano.
Ik houd ervan honkbal te spelen.
A me piace giocare a baseball.
We waren in het park aan het spelen.
Noi stavamo giocando nel parco.
De kat was aan het spelen met een levende muis.
Il gatto stava giocando con un topo vivo.
We gingen naar het park om baseball te spelen.
Siamo andate al parco per giocare a baseball.
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Lui insiste per giocare a un altro gioco.
Hij is in zijn kamer aan het spelen.
Sta suonando nella sua stanza.