Vertaling van steen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
steen {zn.}
pierra
baksteen , bouwsteen , klinker , steen , tichel , stuk {zn.}
mattone
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Een steen drijft niet.
Una pietra non galleggia.
Ik kan deze steen niet oppakken.
Io non riesco a sollevare questa pietra.
Dat kind wierp een steen naar de hond.
Quel bambino tirò una pietra al cane.
De jongen gooide een steen naar de kikker.
Il ragazzo tirò una pietra alla rana.