Vertaling van teruglopen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
teruggaan, terugkeren, teruglopen, terugtrekken, weer gaan {ww.}
ritornare
ik zal teruglopen
jij zult teruglopen
hij/zij/het zal teruglopen
io ritornerò
tu ritornerai
lui/lei/Lei ritornerà
» meer vervoegingen van ritornare
afslaan, dalen, teruglopen {ww.}
ribassare
diminuire
diminuire
ik zal teruglopen
jij zult teruglopen
hij/zij/het zal teruglopen
io ribasserò
tu ribasserai
lui/lei/Lei ribasserà
» meer vervoegingen van ribassare