Vertaling van tijdig
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
tijdig, vroegtijdig, accuraat, nauwgezet, nauwkeurig, prompt, stipt, zorgvuldig, punctueel {bn.}
esatto
preciso
preciso
tijdig, vroeg {bw.}
di buon'ora
bijtijds, op tijd, tijdig {bw.}
in tempo