Vertaling van toedoen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
dichtdoen, dichtmaken, sluiten, toedoen {ww.}
chiudere
ik zal toedoen
jij zult toedoen
hij/zij/het zal toedoen
io chiuderò
tu chiuderai
lui/lei/Lei chiuderà
» meer vervoegingen van chiudere
assistentie , bijstand , heul, hulp, toedoen, toeverlaat {zn.}
aiuto
Ik heb hulp nodig.
Ho bisogno di aiuto.
Hij vroeg mij om hulp.
Lui mi chiese aiuto.