Vertaling van toelaten
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
gedogen, toelaten, toestaan, vergunnen, veroorloven {ww.}
permettere
ik zal toelaten
jij zult toelaten
hij/zij/het zal toelaten
io permetterò
tu permetterai
lui/lei/Lei permetterà
» meer vervoegingen van permettere
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
Non mi posso permettere di mangiare in un ristorante così caro.
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
tollerare
sopportare
sopportare
ik zal toelaten
jij zult toelaten
hij/zij/het zal toelaten
io tollererò
tu tollererai
lui/lei/Lei tollererà
» meer vervoegingen van tollerare