Vertaling van uitkomen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
opdagen, opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen {ww.}
apparire

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

io apparirò
tu apparirai
lui/lei/Lei apparirà
» meer vervoegingen van apparire

uitgaan, uitkomen, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden {ww.}
uscire

ik zal uitkomen
jij zult uitkomen
hij/zij/het zal uitkomen

io uscirò
tu uscirai
lui/lei/Lei uscirà
» meer vervoegingen van uscire

Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
Io preferirei non uscire questa sera.