Vertaling van uitloven
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
bieden, aanbieden, uitloven, voordragen, voorslaan, voorstellen {ww.}
proporre
ik zal uitloven
jij zult uitloven
hij/zij/het zal uitloven
io proporrò
tu proporrai
lui/lei/Lei proporrà
» meer vervoegingen van proporre
beloven, toezeggen, uitloven, verzeggen {ww.}
promettere
ik zal uitloven
jij zult uitloven
hij/zij/het zal uitloven
io prometterò
tu prometterai
lui/lei/Lei prometterà
» meer vervoegingen van promettere