Vertaling van uitmeten

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
misurare

ik zal uitmeten
jij zult uitmeten
hij/zij/het zal uitmeten

io misurerò
tu misurerai
lui/lei/Lei misurerà
» meer vervoegingen van misurare



Gerelateerd aan uitmeten

meten - afmeten - opmeten - opnemen - roeien