Vertaling van uitnodigen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitare
ik zal uitnodigen
jij zult uitnodigen
hij/zij/het zal uitnodigen
io inviterò
tu inviterai
lui/lei/Lei inviterà
» meer vervoegingen van invitare
Je mag uitnodigen wie je wilt.
Puoi invitare chiunque vuoi.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Je mag uitnodigen wie je wilt.
Puoi invitare chiunque vuoi.
Ik zou je graag uitnodigen om te komen eten
Vorrei invitarti a cena