Vertaling van uitrukken
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
uitrukken, uitscheuren, uittrekken {ww.}
strappare
ik zal uitrukken
jij zult uitrukken
hij/zij/het zal uitrukken
io strapperò
tu strapperai
lui/lei/Lei strapperà
» meer vervoegingen van strappare