Vertaling van uitwijzen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
mostrare
ik zal uitwijzen
jij zult uitwijzen
hij/zij/het zal uitwijzen
io mostrerò
tu mostrerai
lui/lei/Lei mostrerà
» meer vervoegingen van mostrare
Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?
Mi può mostrare il suo passaporto, per favore?
aantonen, adstrueren, bewijzen, staven, uitwijzen, waarmaken {ww.}
provare
ik zal uitwijzen
jij zult uitwijzen
hij/zij/het zal uitwijzen
io proverò
tu proverai
lui/lei/Lei proverà
» meer vervoegingen van provare