Vertaling van vaart
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
snelheid , tempo , vaart {zn.}
andatura
gracht, kanaal , vaart, wijk {zn.}
canale
rapheid , snelheid , vlugheid , spoed, vaart, gezwindheid {zn.}
velocità
gaan, karren, rijden, varen {ww.}
camminare
jij vaart
hij/zij/het vaart
tu cammini
lui/lei/Lei cammina
» meer vervoegingen van camminare